Na de iPhone, iPad, Apple Watch en Apple TV is nu ook de Mac aan de beurt: Apple werkt aan een compleet zelf ontworpen serie chips, die nu al het aandeel van Intel laten kelderen.
Lees verder na de advertentie.
Apple werkt aan eigen Apple Mac-chips
Bloomberg schrijft vandaag dat Apple van plan is om rond 2020 de processors van Intel te vervangen met eigengemaakte chips. Hierdoor kan het bedrijf de samenwerking tussen hard- en software nog verder verbeteren. Dit heeft niet alleen positieve gevolgen voor de prestaties, maar komt ook de accuduur ten goede.
Het project (met de codenaam Kalamanta) zou in de beginfase verkeren, maar is inmiddels goedgekeurd. In de komende twee jaar zal het stap voor stap worden uitgerold.
Dat Apple uitgerekend nu hiermee bezig is, is geen toeval. Dit najaar zou er al een nieuw softwareplatform verschijnen, dat een brug slaat tussen iOS en macOS. Dit moet het voor app-ontwikkelaars een stuk gemakkelijker maken om hun iPhone-apps ook op de Mac te laten werken. Dit project heeft intern de codenaam ‘Marzipan’ en krijgen we waarschijnlijk tijdens WWDC in juni al te zien.
Een brug tussen iOS en macOS
Omdat Apple nu alleen nog zelfgemaakte processors in draagbare, lichte apparaten stopt, staat het bedrijf voor een flinke uitdaging. De eigen chips moeten immers ook geschikt zijn voor zware taken die een iMac of MacBook Pro uitvoert. Om dit te verzekeren, verwachten de bronnen dat eerst de MacBooks uitgerust worden met Apples chips, en de iMac en Mac Pro pas later aan de beurt zijn.
Sinds 2005 zitten er Intel-chips verwerkt in de Mac, dus het zal een flinke klap zijn voor het bedrijf als Apple deze samenwerking binnen nu en twee jaar stopzet. De deal die Intel met het bedrijf uit Cupertino heeft is goed voor 5 procent van de totale jaaromzet. Het effect van het verhaal van Bloomberg zorgde er al voor dat het aandeel van Intel in een dag met 9,2 procent daalde. Een slecht voorteken voor het moment dat dit gerucht bevestigd wordt.
Lees verder: ‘Apple gaat iPhone-, iPad- en Mac-apps met elkaar combineren’
