iPhone-tips: met deze trucs leer je beter fotograferen met je iPhone

11 april 2025, 16:29
6 min leestijd
iPhone-tips: met deze trucs leer je beter fotograferen met je iPhone

Het is niet moeilijk om mooie foto’s te maken met je iPhone, maar het kan altijd beter. Met de trucs in deze iPhone-tips gaat je dat lukken!

Lees verder na de advertentie.

iPhone-tips: beter fotograferen met je iPhone

Je iPhone heeft allerlei handigheidjes die je helpen om betere foto’s te maken. Een aantal daarvan ken je waarschijnlijk al, maar de meeste mensen kennen ze zeker niet allemaal. Daarom helpen we je een handje met deze iPhone-tips!

fotograferen iphone

1. Gebruik het raster voor betere composities

Je maakt betere composities als je hulplijnen in beeld hebt. Het raster verdeelt het scherm van je iPhone in negen vlakken, zodat je heel eenvoudig bijvoorbeeld de Regel van derden kunt toepassen. Daarbij plaats je het onderwerp in het linker of rechter derde deel van het beeld. Dit zorgt voor een interessantere foto dan wanneer het onderwerp precies in het midden staat. Je voegt het raster als volgt toe:

  • Open de app Instellingen;
  • Tik op ‘Camera’;
  • Zet de schakelaar achter ‘Raster’ op groen.
iphone tips

2. Foto’s rechtzetten hoeft niet meer dankzij de waterpas

Op dezelfde plek staat nog een handige functies die jou helpt om betere foto’s te maken, namelijk de waterpas. Die is vooral handig wanneer je op het scherm niet goed kunt zien of je je iPhone recht houdt of niet. Het raster helpt je dan niet, maar de waterpas wel. Heb je de waterpas geactiveerd, dan verschijnt die automatisch wanneer je de camera-app opent.

iphone-tips

Je ziet dan horizontaal een witte lijn die meebeweegt met de bewegingen van je iPhone. Wanneer die lijn precies horizontaal staat, wordt die geel. Dan houd je je iPhone dus perfect recht. Als je op dat moment een foto maakt, hoef je die achteraf zeker niet meer recht te zetten. Je vindt de schakelaar voor de waterpas onder die van het raster uit de vorige tip.

waterpas

3. Betere resultaten met Live Photos

Timing is belangrijk bij fotografie en het komt nogal eens voor dat je net te vroeg of te laat bent. Om dat te voorkomen, kun je de functie Live Photos gebruiken. Met een Live Photo leg je namelijk ook vast wat er vlak vóór en na de opname gebeurt. Je kunt de functie in- en uitschakelen met het rondje dat je rechtsboven in beeld ziet wanneer je de camera-app opent (linksboven als je je iPhone in landschapsmodus houdt).

iphone tips

Heb je een foto gemaakt met Live Photos ingeschakeld, dan kun je achteraf zelf nog het beste moment kiezen. Ga daarvoor naar de app Foto’s en open de foto die je hebt gemaakt. Tik beneden op de knop om de foto te bewerken (rechts naast de ‘i’) en tik dan linksonder op ‘Live’. Kies beneden bij de miniatuurweergaven welke er het beste uitziet en tik op ‘Stel in als hoofdfoto’. Tik je boven op de gele knop ‘LIVE’ dan wordt je Live Photo omgezet in een normale foto.

live photos

4. Zo gebruik je de portretmodus

Zoals de naam al doet vermoeden, helpt de portretmodus je met het maken van betere portretten. Gebruik je deze modus, dan is het heel gemakkelijk om het onderwerp (iemands gezicht) scherp af te beelden en de achtergrond onscherp. Deze zogeheten scherptediepte kun je bovendien achteraf nog aanpassen. De portretmodus werkt ook als je een selfie maakt en je gebruikt het als volgt:

  • Open de camera-app en tik beneden op ‘Portret’;
  • Richt de camera op het onderwerp en tik op de plek waarop je wilt scherpstellen;
  • Tik rechtsboven op het f-pictogram;
  • Pas de scherptediepte aan door beneden de f-waarde aan te passen;
  • Ben je tevreden, dan maak je de foto.
iphone tips

Wil je de scherptediepte toch nog aanpassen, ga dan naar de app Foto’s en open de foto die je hebt gemaakt. Tik beneden op de knop om de foto te bewerken (rechts naast de ‘i’) en pas de f-waarde aan door beneden horizontaal naar links of rechts te vegen.

5. Indrukwekkendere foto’s met de ultragroothoeklens

De ultragroothoeklens is handig als je bijvoorbeeld een landschapsfoto gaat maken en het hele landschap in beeld wilt, of wanneer je een groot gebouw in zijn geheel op de foto wilt zetten. Dankzij de ultragroothoeklens lukt dat prima zonder dat je een flink stuk achteruit hoeft te lopen. Ook in kleine ruimtes, waar je niet meer afstand kunt nemen, is de ultragroothoeklens een ideale oplossing. Wisselen van cameralens doe je als volgt:

  • Open de camera-app;
  • Onder zie je ‘1x’ staan, wat betekent dat je de groothoeklens gebruikt;
  • Tik op ‘0,5’ om de ultragroothoeklens te gebruiken.
ultragroothoeklens

Wanneer je lang op ‘1x’ drukt, verschijnt er een zoomregelaar en kun je in- en uitzoomen door naar links of rechts te vegen. De ultragroothoeklens wordt gebruikt van ‘0,5x’ tot en met ‘0,9x’. Zo gauw je bij ‘1x’ komt, zie je dat er van lens wordt gewisseld.

ultragroothoeklens architectuur

6. Pas de belichting aan tijdens het fotograferen

Je kunt je foto’s natuurlijk achteraf nog wat bewerken, maar soms is het een goed idee om al tijdens het fotograferen de belichting aan te passen. Dat is gemakkelijker dan je misschien denkt. We leggen je uit hoe je dat doet.

  • Open de camera-app;
  • Richt de camera op het onderwerp en tik op de plek waarop je wilt scherpstellen;
  • Druk op het zonnetje rechts naast het gele vierkantje dat verschijnt en houd vast;
  • Veeg naar boven voor een hogere belichting en omlaag voor een lagere belichting;
  • Ben je tevreden, dan maak je de foto.
tips

7. Maak prachtige panoramafoto’s

Met de panoramamodus maak je heel eenvoudig prachtige panoramafoto’s met je iPhone. Open de camera-app en selecteer beneden de Panoramamodus (rechts naast portret). Er verschijnt een pijl in beeld. Tik op de sluiterknop en beweeg de camera rustig van links naar rechts. Probeer de witte pijl netjes op de gele lijn in het midden te houden.

panorama

Je iPhone geeft het aan als je te snel gaat of van de lijn afwijkt. Beweeg in dat geval een stukje. Doorloop de volledige lijn, óf druk eerder al op de sluiterknop om te stoppen. Het is op deze manier ook mogelijk om iemand te ‘klonen’. Zet een persoon links in beeld. Draai naar rechts tot die uit beeld is verdwenen en houd dan je iPhone stil. Laat de persoon achter je langs naar rechts lopen, zodat hij daar net buiten beeld kan gaan staan. Vervolgens beweeg je je iPhone weer verder en komt de persoon dus opnieuw in beeld.

tips
Panoramafoto met ‘gekloonde’ persoon (bijgesneden).

8. Gebruik Fotografische stijlen

Met Fotografische stijlen geef je je foto een andere uitstraling. De camera wordt automatisch ingesteld op ‘Standaard’, maar je kunt ook kiezen voor ‘Rijk contrast’, ‘Levendig’, ‘Warm’, of ‘Koel’.

Heb je een iPhone 16, iPhone 16 Plus, iPhone 16 Pro of iPhone 16 Pro Max, dan heb je toegang tot de nieuwste Fotografische stijlen. Dat zijn er veel meer. Je vindt er onder meer de Fotografische stijlen Roségoud, Lichtgevend, Gezellig en dramatisch. Je kiest Fotografische stijlen als volgt:

  • Open de camera-app;
  • Veeg in het midden van het beeld naar boven;
  • Tik beneden op het betreffende icoontje (4e van links, of 3e van rechts);
  • Veeg horizontaal over het beeld om van stijl te wisselen;
  • Op een iPhone 16 veeg je beneden door de miniatuurweergaven.
stijlen

Heb je een iPhone 16 dan kun je ook achteraf nog Fotografische stijlen toevoegen. Bij andere iPhones kan dit niet, dus dan moet je het echt al tijdens het fotograferen doen. Hieronder zie je hoe we met een iPhone 16 een foto door middel van een Fotografische stijl hebben omgezet naar zwart-wit.

Meer iPhone-tips?

Vond je deze iPhone-tips leuk en wil je er nog meer? Op iPhoned lees je elke week handige tips en trucs voor je iPhone. Check hieronder alvast de meest recente tips!

Heeft dit artikel je geholpen?
Reageer

Lezersreacties

Deel je kennis of stel een vraag. Dat kan anoniem of met een Disqus account.

Het laatste nieuws, tips en meer Apple in je inbox

Menu